< terug
Noor is onze Flatcoated
Retriever, een teefje van 2,5 jaar. Vanaf het begin dat ze bij ons was, heb ik
heel veel tijd gestoken in trainen en opvoeden. In eerste instantie omdat ik
graag een prettige, fijne hond voor in het gezin wilde. De keuze voor een
Flatcoated Retriever was niet per ongeluk: heel mooie, energieke en vrolijke,
maar ook ondeugende (!) honden vind ik het. Al gauw bleek op de puppy training
dat ze vijf keer deed wat de bedoeling was en de zesde keer lekker niet. Alleen
maar heel gaaf, een hond met een eigen wil en in voor een geintje. Bij de
examenavond van de laatste gehoorzaamheidscursus gingen alle honden nog een
keer door de tunnel; Noor ook, ze stoof door de tunnel, kwam er aan de andere
kant er weer uit, keek om, greep de tunnel in haar bek en vloog voor een paar
ererondjes het veld over.
Inmiddels is ze een hele
vrolijke, lieve hond geworden, heel rustig in huis, heel energiek buiten. Ik werd door het ‘apporteervirus’ gegrepen en Noor doet niets liever dan
werken, werken en werken. Daarbij is ze niet bang voor een plas water, dicht
struikgewas of een brandnetel. Dus heel erg leuk om samen te ontwikkelen.
Toen ze krap een half
jaar was, vloog ze ineens achter een fietser aan. Zoals geleerd op de
puppy-trainingen, ben ik begonnen met haar af te leiden, belonen met een brokje
als ze dat netjes niet deed en naast me kwam zitten. Mensen met ervaring met
honden gaven me het dringende advies om haar meteen aan de lange
lijn te doen en haar zo aan te leren dat jagen niet mag. Maar dat advies heb ik
in de wind geslagen, achteraf een hele ongelukkige beslissing. Komen voor een
brokje werd komen voor een balletje want voor een brokje kwam Noor niet meer. Door
heel goed op te letten en sneller te zijn dan Noor, kon ik haar altijd op
tijd belonen en kwam ze (bijna) nooit tot aan de fietser.
Maar het jagen op
fietsers werd uitgebreid met jagen op hardlopers, auto’s, de trein en
natuurlijk het nodige wild. Altijd kon ik haar bij me roepen, maar als ze geen
balletje zag, wilde ze rechtsomkeert maken naar het ‘jachtobject’. Ze ging
erbij blaffen, ook naar mensen die zorgeloos in het bos kuierden zonder hond.
Ik werd zenuwachtig.
Ik vind het heel erg
belangrijk dat ze los kan lopen, dus liep ik alleen nog maar in rustige
gebieden, ‘s morgens vroeg, ‘s avonds rond etenstijd. En in onbekende gebieden
wist ik waar de fietspaden lagen door een constante check op google maps. Omdat
ze volledig geconcentreerd was als ik met haar trainde met dummy's of speelde
met een balletje, hield ik haar vooral bezig en ging ze steeds minder snuffelen
en kuieren tijdens het uitlaten. Er zat nog maar 1 knop op Noor: vol gas aan.
Achteraf waren we allemaal vermoeid aan het raken: hond moe, ik moe, gezin moe.
Ik heb er heel lang over
nagedacht of ik naar Joachim moest gaan voor het probleem met het jagen. De
stap naar een e-collar was niet zomaar gemaakt. Achteraf wel met name door
onwetendheid van mijn kant, gevoed door negatieve verhalen over de e-collar.
Maar zo doorgaan was geen optie. Ook met de jachttraining liepen we vast omdat
steadyness natuurlijk bijna niet aan te leren is op deze manier. Als ik had
geweten wat ik nu wist, was ik niet negatief of gereserveerd geweest over op
deze manier inzetten van de e-collar en had ik een jaar eerder op zijn stoep
gestaan.
De eerste keer dat we
bij Joachim waren durfde ik haar bijna niet los te laten uit angst dat ze meteen
zou gaan ‘rondracen’ op zoek naar iets om achterna te gaan. En inderdaad, ze jatte een dummy, vloog ervandoor en wilde niet meer terugkomen.
Vrij snel was het besluit genomen om haar bij Joachim te laten conditioneren want het werd op dat moment ook voor mij overduidelijk dat we echt
niet op de goede weg waren.
De week dat ze intern
bij Joachim was, vond ik pittig. Ik kreeg met regelmaat te horen hoe het ging,
maar ik miste die zwarte,
kwispelende schaduw om me heen. Ze bleek bij Joachim de conditionering meteen op te pakken. Al heel
snel liep ze buiten mee en brak ze niet meer uit naar fietsers en andere zaken.
Eigenlijk heeft ze in die week niets meer geprobeerd, zo slim was ze wel. Ik
was gek genoeg heel erg zenuwachtig toen ik haar kon ophalen. We hebben samen
de eerste wandeling met Noor gemaakt. Waar Noor rustig rondkuierde en geen acht
sloeg op passerende fietsers en dagjesmensen, sloeg mijn hart op hol. Maar na
een aantal bevestigingen, kreeg ik de rust en overtuiging dat het goed ging.
Na een week kon ze mee
naar huis en dacht ik in al mijn enthousiasme dat ze jagen bij mij ook niet
meer zou doen. Maar Noor probeerde het thuis meteen weer uit: ik heb haar
moeten corrigeren op fietsers, hardlopers en voetgangers. Toen ze door
had dat ook ik mee deed aan deze actie stopte ze onmiddellijk met jagen. Ik hoef
helemaal niet meer in te grijpen, ze negeert het gewoon! Natuurlijk houdt ze
voorlopig de e-collar om. Ze heeft twee jaar het gedrag van jagen vertoond en ik
kan niet verwachten dat het niet meer terugkomt. Ik heb zelf
langer werk om mindere karaktertrekken bij mezelf weg te werken...
Ik had vooraf niet
verwacht dat ik zo opgelucht zou zijn: Noor heeft haar vrijheid terug en ik
eigenlijk ook. Natuurlijk blijft het opletten dat ze niet terugvalt, maar ik
kan de deur uitlopen en haar los laten lopen in willekeurig welk uitlaatgebied
in plaats van de rustige plekken in de wijde omgeving te moeten opzoeken.
Daarnaast loopt ze weer rustig te schooieren en te snuffelen in plaats van
alleen maar vol gas door de struiken te knallen. Waar ik heel blij mee ben is
dat ze haar jachtdrift niet kwijt is op konijntjes, fazanten en ander spul in
het bos. Natuurlijk mag ze daar niet achteraan, maar ze vindt het nog steeds
heel interessant en start wel graag in; een jachthond moet wel een jachthond
blijven, toch? Ik kan haar nu alleen bijtijds en kalm terughalen in plaats van
mijn stem te moeten verheffen en allerlei afleiding in de strijd te moeten
gooien.
Ik ben heel blij met het
resultaat: Noor en ik kunnen weer verder met veel meer rust en stabiliteit voor
beiden dan de voorgaande twee jaar, dus dat belooft alleen maar goeds!
Marielle
< terug